Kauw

 

Kauw  (Corvus monedula)

Lengte / 33-34 centimeter

Spanwijdte / 67-74 centimeter

Gewicht / 220-270 gram

Status / stabiel

Aan alle Kraaien wordt meer intelligentie toegeschreven dan aan de meeste andere vogels en vooral de Kauw heeft een echte persoonlijkheid, zelfs vergeleken met de andere kraaien. Het is een vogel van gematigde streken, die uitzonderlijk hete en koude streken vermijdt, toch bezet hij een grote verscheidenheid aan habitats, van kliffen aan de kust tot kloven in het binnenland, van stille tuinen rondom gebouwen tot drukke, rumoerige parkeerterreinen bij supermarkten, van oude bossen en parken tot warme mediterrane hellingen.

Foerageren

Kauwen foerageren in paren of kleine groepen, vaak met grotere aantallen Roeken en Holenduiven. Ze eten eikels, maar niet onder eieken in bossen. Ze geven voorkeur aan het foerageren in open terrein, gazons en braakliggende lapjes, waar ze insecten, zaden, bessen en afval zoeken. Ze slaan voedsel niet op voor de winter, zoals veel andere kraaiachtigen wel doen.

Broeden

Ze bouwen hun nest op allerlei plekken, van oude schoorstenen (soms nog in gebruik) en holtes in kerktorens of andere gebouwen tot holen, bomen en rotswanden. Soms worden konijnenholen gebruikt, evenals de nesten van Zwarte spechten. De 4-6 eieren komen uit na 17-18 dagen. De jongen vliegen als ze 28-36 dagen oud zijn.

Trek

Noordelijke vogels trekken in de herfst naar het zuidwesten. Ze trekken overdag, vaak met Roeken.

Wanneer

Gehele jaar

Waar

Broedt niet in IJsland, Noordwest-Schotland, het grootste deel van Noorwegen en de bergen in Zweden, ook in delen van Spanje en Portugal ontbreekt hij.